Herdenkingsrede 2011 Albert Ringer

Dames en heren

Vandaag herdenken wij de slachtoffers van de tweede wereldoorlog en van alle andere oorlogen. Het thema van deze bijeenkomst is wegkijken; ik keek/kijk ergens anders naar, bewust of onbewust .

Strijd en oorlog is van alle tijden; mensen, al of niet in groepsverband , zijn er steeds op uit hun invloed, hun macht te vergroten en dat gaat meestal ten koste van anderen. Vaak ook wordt geweld niet geschuwd om het eigen machtsgebied te vergroten.

Elke strijd, elke twist en elke oorlog heeft daders/ veroorzakers en slachtoffers. Er zijn ook meestal niet direct betrokken getuigen, waarnemers; zij die op afstand staan en die het ondergaan.

Over zij die niet direct betrokken zijn maar wel als het ware getuige zijn gaat mijn bijdrage van vanavond.

Zij stonden erbij en keken. Maar wat zagen zij? Wat wilden zij zien? Wat durfden zij te zien? Wat mochten zij zien? Waren zij überhaupt in staat om te zien?

Wegkijken: ergens anders naar kijken. Wegkijken heeft vele dimensies en het is goed daar eens bij stil te staan.

Waarom hebben bij de deportatie van de joden in de Tweede Wereldoorlog zoveel Nederlanders de andere kant opgekeken. Het antwoord daarop is niet eenvoudig en zeker niet eenduidig. Er zijn mensen die vanuit angst voor eigen

leven bewust niet wilden zien wat er gebeurde. Anderen waren zo uit op eigen gewin dat ze zelfs Joden verrieden om er zelf beter van te worden.

Maar er waren ook dappere mensen die Joden lieten onderduiken. Als ze uiteindelijk betrapt werden hadden ze geen keuze. Ze moesten dan wel wegkijken. Zoals het verhaal van mevrouw Hollebrands:

“met grote angstogen stond Maarleentje bij mij en vroeg of het waar was dat haar broertje en zij met die man mee moesten. Ik stelde haar gerust en zei dat zij naar hun ouders zouden worden gebracht. Mijn hart brak bij al die ellende want ik begreep wat die kinderen te wachten stond”

Dames en heren,

Artikel 450 van ons wetboek van strafrecht bepaalt de strafbaarheid van diegene die nalaat anderen, die in levensgevaar verkeren, te helpen. Gevaar voor eigen leven sluit strafbaarheid uit.

Met deze strafrechtbepaling is de morele norm juridisch verankerd en is passief toezien bij geweldsdelicten als strafbaar te kwalificeren. Wegkijken, in situaties waar anderen in levensgevaar zijn, is dus strafbaar.

Wegkijken kan verschillende oogmerken hebben; zo kan het oogmerk zijn: er zelf beter van worden. Of om bij de ander, in casu, de bezetter in een goed blaadje te komen staan.

Je kunt wegkijken uit angst voor eigen leven, maar ook omdat je de ander minacht. Wegkijken als een bewuste vernedering van die ander.

Zo kan je onderscheid maken in verschillende typen van wegkijkers. Je hebt de bewuste wegkijker, de laffe wegkijker, de berekende wegkijker en de solidaire wegkijker. Ook kun je differentiëren naar de plek van waar wordt weggekeken: op het werk, in de gezinssituatie, op het voetbalterrein, op straat, in de politiek, in de internationale context.

Er wordt weggekeken bij pesten op school, huiselijk geweld vindt plaats zonder dat familie of buren ingrijpen en op de voetbalvelden is er meer dan alleen voetbalplezier. Bij openlijke geweldpleging op straat hebben steeds meer mensen de neiging om langszij te kijken uit vrees voor represailles.

Naar aanleiding van een geweldsdelict in zijn stad riep burgemeester Kaizer burgers op niet weg te kijken, maar het gezond verstand te gebruiken. 112 bellen op zijn minst.

Een ander actueel voorbeeld: Hoe moeten wij de houding van onze regering beoordelen naar aanleiding van de beledigende opmerkingen van parlementslid Wilders jegens een bevriend staatshoofd? De minister neemt niet publiekelijk afstand van die uitspraken maar laat het bij “het zouden niet mijn woorden zijn”. Wegkijken?

Dames en heren

Wegkijken is niet typisch Nederlands, maar een algemeen menselijk verschijnsel en van alle culturen. Ook is wegkijken niet te duiden in politieke termen. Het is zowel van links als van rechts. Ook het onderscheid gelovig of ongelovig is in dit verband minder relevant. Dogmatisch ingestelde mensen zullen waarschijnlijk eerder wegkijken als hun dogma aan het wankelen wordt gebracht door niet welgevallige feiten, dan mensen die met een kritische en onafhankelijke blik in het leven staan.

Ook in de internationale politieke context wordt te vaak naar de andere kant gekeken. Economische belangen staan een juiste morele oordeelsvorming in de weg en internationale solidariteit blijft achterwege bij schrijnende situaties van mensenonrecht.

Beste mensen,

Is het te billijken dat mensen in oorlogsomstandigheden de andere kant opkijken. Ja en nee.

”Ja”, omdat dat recht tot wegkijken sommige mensen meer en eerder toekomt dan anderen. ”Nee”, omdat weer anderen in omstandigheden verkeren en posities innemen waarbij wegkijken te beoordelen valt als taakverwaarlozing.

Ik zal dit nader proberen te duiden door u een paar vragen voor te leggen. Is er verschil tussen de eenvoudige korporaal

die de auto bestuurt van overste Karremans en de overste zelf? Wie komt meer recht tot wegkijken toe in Srebrenica?

Ziet U het verschil tussen de 19-jarige eenvoudige boerenzoon die naar Duitsland wordt gestuurd om daar zwaar industrieel werk te doen en de student die zich vrijwillig meldt bij de Waffen SS.

Ziet U verschil tussen de burgemeester in oorlogstijd, die heult met de bezetter en de ambtenaar burgerlijke stand die hem de lijsten van geregistreerde joden moet bezorgen.

Iemands positie en ook de mate waarin hij tot eigen oordeelsvorming in staat is, bepalen of er sprake kan zijn van te billijken wegkijken.

Hoe minder afhankelijk en hoe intelligenter iemand is des te meer eigenstandige en mondige oordeelsvorming verwacht mag worden. Onwetende en afhankelijke mensen kun je minder kwalijk nemen dat ze in moeilijke situaties kiezen vanuit de opportuniteit. Slimme en onafhankelijke mensen mag kwalijk genomen worden dat ze niet of onvoldoende hun vrijheid en verstand hebben gebruikt om kwade zaken te keren.

Van mensen op verantwoordelijke posities wordt een hoger moreel besef en een voorbeeldgedrag verwacht. Dat geldt vooral in tijden van crisis en onrust en dus zeker ook in tijden dat sprake is van instabiliteit. Net dan doet het er toe wat je

doet of nalaat te doen. Je slechte voorbeeldgedrag legitimeert anderen om ook in de fout te gaan.

In tijden van oorlog zijn er echter altijd gezagsdragers en overheidsdienaren die geleid door opportunisme en vermeend eigen belang heulen met de vijand. Ook de Tweede Wereldoorlog kende zo zijn wegkijkende gezagsdragers.

Dames en heren,

Kijk ik goed? Zie ik de juiste dingen? Blijf ik onafhankelijk en kritisch in mijn oordeelsvorming? Gebruik ik mijn gezonde verstand? Een kritische reflectie is zeker op een dag als vandaag op zijn plaats. Veel onrecht, veel leed, veel schade en veel slachtoffers zijn het gevolg van gedrag van mensen die niet voldoende gecorrigeerd worden. Daar waar toeschouwers niet voldoende alert zijn, waar opvoeders niet hun verantwoordelijkheid nemen, waar politici vanuit opportuniteitsoverwegingen niet tijdig aan de bel trekken en daar waar grote internationale belangen verhinderen dat ingegrepen werd in dictatoriale regimes, wordt aan mensen onnodig leed en pijn toegebracht.

Vandaag herdenken wij de slachtoffers van oorlogen. Is er iets dat nog onzinniger is dan oorlog? Nee en toch is er nooit overal vrede.

Elke dag opnieuw sterven mensen als gevolg van oorlogsgeweld. Bij al dit geweld is het gelegitimeerd om de vraag te stellen of die slachtoffers voorkomen konden

worden, indien anderen hun verantwoordelijkheid hadden genomen. Het antwoord is even helder als eenvoudig: ja, want elke oorlog en elke oorlogsdaad is mensenwerk. Mensen maken oorlog, mensen bedienen kanonnen, mensen maken chemische wapens, mensen beslissen over oorlog of vrede.

Vanavond staan wij letterlijk en figuurlijk stil bij de slachtoffers van oorlogsgeweld. Gedenken en nooit vergeten; een boodschap die wij moeten doorgeven aan volgende generaties

Hen goed leren kijken, hen kritisch leren oordelen, hen duidelijk maken dat elk mens en elk volk (hoe verschillend ook qua cultuur en religie) in wezen gelijk is en een gelijke behandeling verwacht en verdient.

Niks achterlijke beschaving, niks minderwaardige culturen, geen übermenschen en untermenschen.

De kernwaarden van het gelijkheidsdenken: vrijheid, gelijkheid en broederschap zouden ons moeten binden en verbinden en er toe moeten leiden dat wegkijken, de andere kant opkijken, niet meer aan de orde kan zijn.

Dat wens ik ons allemaal toe. Ik dank U voor de aandacht